Maandag 13 maart

Om 3 uur ’s ochtends verzamelen op Schiphol. Kennis gemaakt met de wandelgroep.  Het vliegtuig vertrekt rond half zeven. Het gebrek aan nachtrust kan in het vliegtuig een beetje worden ingehaald. Het is een beetje bewolkt als Israël in zicht komt. Op Ben Goerion staat de bus al te wachten om ons naar het Ruth Daniel hotel in Jaffa te brengen, waar we verwelkomd worden met fris en Haman’s oren vanwege Purim. Het hotel lijkt heel wat, maar net als in Engeland is het een beetje vergane glorie. Om 2 uur lokale tijd waren we ingecheckt en konden we de stad in om eerst maar eens te lunchen met een pita broodje lekker sla, vlees en pickles. Op zoek naar de oude stad liepen we uiteraard de verkeerde kant uit, maar na wat puzzelen kwamen we weer langs het hotel en via de soek naar de boulevard. Hier was een expositie over het oude Jaffa bij de opgraving van het markplein uit de Romeinse tijd, zo’n 3 meter onder het huidige straatniveau. Hier werd een multimedia presentatie met beeld, geluid, wind en water gegeven waarin de geschiedenis van Jaffa (of Joppe) in vogelvlucht voorbij kwam, met onder andere de geschiedenis van Jona en van Petrus.

Na een heerlijk ijsje weer terug naar het hotel voor  het eten. Het eten was heerlijk en overvloedig, zoals we dat gewend zijn in Israël. Ook gezellig om de mensen van de groep beter te leren kennen. Na het eten nog even rondgewandeld: Jaffa by night.

Terug in het hotel met een Israëlisch biertje op onze kamer, klaar om zo het bed in te rollen, want morgen moeten we weer vroeg op.

Dinsdag 14 maart

Na een prima ontbijt en dagopening zitten we kwart voor acht al in de bus op weg naar Neat Kedumim Dit is een heel uitgestrekt natuurgebied waar men alle in de Bijbel voorkomende bomen en planten in probeert te zetten. Ook de opgegraven wijn en olijfpers worden er geplaatst en er lopen kuddes schapen en geiten (gemengd) rond. We krijgen er een rondleiding van Eleanor (Ella), een Jodin uit Australië. Ze gaf bij elke bijzondere boom/plant voorbeelden uit de Bijbel aan en dat was leerzaam en boeiend. Op een zeker moment waren we langs hysop gekomen, dit is een plant die weinig vraagt en veel geeft (reinigingswater e.d. – is goed te gebruiken als spons/borstel, denk aan de hysop waarmee het bloed van het lam aan de deurpost moest worden gesmeerd om de verderfengel voorbij (Pass-over) te laten gaan en aan Jezus, die aan het kruis dorst had en dan de zure wijn op een hysopstengel krijgt). Maar aan hysop worden ook medicinale eigenschappen toegeschreven en het wordt ook als kruid gebruikt in za’atar. We mochten van gedroogde hysop in een vijzel zo’n kruidenmix maken. Er stonden ook prachtige planten, met veel eetbare onderdelen: we konden bijv. mosterdkruidbloemetjes eten, wat smaakte als sterrenkers en een mooi wit bloemetje met een zoete smaak. Maar ook een amandelvrucht, zo met schil en al (de hele vroege vrucht, net nadat de bloesem is afgevallen is nog heel zacht en sappig- ook wel zuur en bitter, maar fris). Na koffie gedronken te hebben reden we naar de Elah vallei.

Daar hebben we op twee plekken in Bet Guvan de in het mergelgesteente uitgehouwen grotten bekeken. Erg indrukwekkend! Een heel stelsel van allemaal met de hand gemaakte gangen en ruimtes aan elkaar verbonden en bedoeld voor opslag (water, graan, olie) maar ook schuilplaatsen. Wel gevaarlijk, vanwege de openingen aan de oppervlakte, die erg smal zijn, maar erg diep kunnen uitpakken. In een hele grote grot, met meerdere verbonden grotten zaten vleermuizen. De grot had een mooie akoestiek, dus hebben we wat gezongen. Toen geluncht en daarna een stuk van het Jewish National Trail gelopen (+- 2uur)Gauw eten en slapen, want morgen gaan we om 4:00 uur rijden om bij Massada de zonsopgang te zien!

 

Woensdag 15 maart

Ver voor in Nederland de stembussen open gaan, worden wij uit bed gebeld (automatische wekdienst), kwart over drie, het is nog heel donker. Snel in de kleren, alle tassen mee en na een bakkie met/zonder cake in de bus. We rijden in het donker vanuit Arad naar Massada en het is vrijwel uitgestorven onderweg. Als we na een heel kronkelige en hobbelige rit aankomen, moeten we nog een half uur wachten voordat het hek opengaat. We hadden dus nog best wat langer kunnen slapen ! Maar de tocht vergoedt alles, zelfs de kamikaze rijstijl van onze Arabische chauffeur; een bink die Ibrahim heet en heel behulpzaam is.

We gaan omhoog langs de kant waar de Romeinen de wal hebben opgeworpen voor de bestorming. Niet zo uitdagend als het Slangenpad, maar het is hier zo mooi: de lucht met een bijna volle maan die steeds lichter wordt, prachtige kleuren, waaierwolken en de bergen in de woestijn!  We klimmen naar het hoogste punt in Massada en wachten de zonsopgang af. Dat gaat dan ineens heel snel. Na een poosje hebben we genoeg foto’s en is de dag begonnen. We krijgen een rondleiding over het noordelijke deel: het paleis van Herodes: residentie, de voorraadkamers, synagoge en waterreservoirs. Ook de paleizen op de punt van de rotsen en bad/sauna gelegenheid met dubbele vloer en keramiek pijpen in de muur, waardoor de vloer en muren door een centraal houtvuur verwarmd konden worden. Herodes was knettergek, heeft het grootste deel van zijn vrouwen en familie uitgeroeid vanwege zijn paranoia maar hij heeft wel een groot aantal fantastische bouwwerken nagelaten. Uiteindelijk dalen we via het aloude Slangenpad af, toch best pittig als de zon al een eindje op is. Beneden drinken we koffie en daarna zien we een korte maar indrukwekkende film over Massada. In de bus op weg naar Wadi Arugot, terwijl we onze ontbijtboxen vanuit het hotel leegeten. Daar maken we een geweldige wandeling, eerder een klimtocht langs de wadi. We horen ver beneden het water terwijl we als berggeiten klimmen en klauteren vlak langs randen zonder afscheiding. Af en toe best wel eng, maar het gaat gelukkig allemaal goed. Heen lopen we bovenlangs tot we bij een prachtige waterval komen. Dan gaan we terug door de wadi, natte schoenen en sokken en een hele kunst om op de been te blijven door de gladde stenen en de stroming. Maar een geweldige tocht, waar we 4 uur over doen in de felle zon. Aan het einde kunnen we aanschuiven aan een heerlijke picknick. Daarna tuffen we naar de Dode Zee (Zoutzee) om daar te baden en te dobberen. Wel grappig, maar ook wat zooierig. Nadat iedereen min of meer weer aangekleed is, rijden we naar kibboets Kalia, vlakbij de Dode Zee, waar we een heerlijk huisje met terrasje hebben, Lekker gedoucht, omgekleed en dan eten.

Donderdag 16 maart

Na een prima nachtrust en ontbijt en het analyseren van de verkiezingsuitslag gaan we naar Mitzpe (plaats) Ramon (hoog) en hier gaan we kijken naar de enorme erosiekrater Maktesh Ramon. We krijgen in het informatiecentrum veel te horen over de eerste en tot nu toe enige Israëlische astronaut Ilan Ramon en over het ontstaan van de krater. Erg interessant, met een korte wandeling door een deel van de krater, net een maanlandschap en een heuvel, de timmermanswerkplaats. Fascinerend om al die ronde, zwartgeblakerde plekken te zien; vulkanen die niet meer actief zijn. Daarnaast blijken er heel veel dag en nachtdieren te zijn (slangen, spinnen, schorpioenen, maar ook allerlei muizen, stekelvarkens, vossen, jakhalzen, en zelfs af en toe luipaarden). Heel bijzonder dat op deze schijnbaar desolate, onvruchtbare plek ook zoveel plantensoorten zijn. We rijden ook naar een plek waar een stad / vesting van de Nabateeërs staat. Dit waren nomaden, die uit het niets leken te zijn gekomen. Ze dreven handel en deden de routes, karavanserai met honderden kamelen. De stad Petra in Jordanië lijkt zowel hun necropolis (begraafplaats) als een woonplaats te zijn geweest . Ze handelden vooral in kruiden en specerijen en parfums. Zout was erg lang kostbaarder dan goud: woorden als soldij, saldo refereren hieraan. De karavanen werden heel vaak overvallen, dat deed de Nabateeërs besluiten niet meer in tenten, maar in een ommuurde stad te gaan wonen. Permanente bewoning vraag om landbouw en de Nabateeërs waren de eersten die dat in de Negev gingen doen: olijfolie, dadels en druiven, maar ook graan. De Nabateeërs zijn altijd vervolgd, hu rijkdom was de hoofdoorzaak. Ze hadden hun eigen, heidense religie en bouwden daar tempels voor. Onder de Byzantijnen (tijd van Constantijn de Grote en zijn moeder Helena), die zich van de Romeinse kerk hadden afgescheiden, worden de Nabateeërs onder dwang gekerstend en hun tempels overgenomen. Bijzonder plek met veel historie, oude amfora’s waarin wijn heeft gezeten liggen er nog. Een geweldig uitzicht over de omgeving. Daarna geluncht in het park en daarna naar een winery in Sde Boker waar we een film over het ontstaan van de kibboets (afzien, hard werk) en horen over het hoe en waarom van de wijnmakerij. Ook een drietal wijnen geproefd en natuurlijk ook een flesje mee.

We rijden terug naar de kibboets Masshabim Sadr waar we gaan eten en overnachten.

Vrijdag 17 maart

Redelijk vroeg uit de veren (6 uur) en ontbijt (6:45) om te zorgen dat we het hele programma voor vandaag kunnen doen en onze gids, Ayalah Tsion, op tijd naar huis kan voor de sabbat.

We starten met een bezoek aan het graf van Ben Gurion en zijn vrouw Paula aan de rand van de woestijn. Daarna dalen we met de bus af via een krappe slingerweg de kloof van En Avdat in. Daar lopen we eerst beneden langs het riviertje dat de rotsen door de eeuwen heen zo diep heeft uitgesleten. We zien steenbokken vlakbij en boven ons op de smalle, onmogelijke richels. Erg mooie en best indrukwekkende klim en klauterpartij naar boven via allerlei met de hand uitgeholde trapjes, smalle paadjes langs de rotswand met (gelukkig) een borstwering en een paar recht tegen de rotswand opstaande, ijzeren ladders. Gelukkig overal goede, stalen handgrepen. Daarna weer in de bus, waar nu regelmatig steeds meer mensen knikkebollen . Ayalah vertelt veel over het Jodendom, de avonturen van de staat Israel etc. We stoppen in Bersheva waar we Tel Beer Sheva bezoeken, de deels gerestaureerde oude stad. Bijzondere ervaring daar te lopen waar Abimelech heerste en Avram verbonden met hem sloot. Als afsluiting na dit bezoek het monument van de Negev brigade bezocht. In 1948 heeft Israel op wonderlijke wijze de kibboetsen in de Negev weten te beschermen tegen Egypte. We rijden hierna naar Tiberias, waar we de komende dagen verblijven. Wel lekker dat we even een paar nachten in hetzelfde hotel zitten. We gaan zo meteen een “echte” sabbatsmaaltijd vieren.

Zaterdag 18 maart

Na het ontbijt rijden we als eerste naar de berg van de zaligsprekingen, waar we aan de hand van Mat 5 Bijbelstudie doen. Het is bewolkt, maar niet kouden we kuieren daarna nog wat rond. Eenmaal in de bus gaan we naar Rosh Pinna, waar onze gids Ayalah Tsion woont. Ze heeft ons uitgenodigd om op deze sabbat bij haar thuis koffie te komen drinken en een lunch klaar te maken om mee te nemen. Het is erg gezellig en we mogen de foto’s van haar wandeltocht (the Jewish National trail) bekijken. Erg mooi en verleidelijk. Nadat iedereen een lunchpakketje heeft gemaakt en Ayalah ons zo veel mogelijk volgestopt heeft, gaan we op weg naar het Hula Nature Reserve boven het meer van Galilea op de Golan. Een prachtig natuurreservaat van moerasgebied met veel flora en fauna, die bijzonder is. Hula vallei is de foerageerplaats van vele soorten trekvogels in het voor- en najaar. Er is een heerlijk zonnetje en we lopen uitgebreid het park rond en zien van alles.

We zijn redelijk vroeg terug in het hotel en na een bakje koffie gaan we samen nog een eindje lopen. We proberen af te pingelen op de markt voor sjaals, maar dat lukt niet, dus leggen we ze terug. We eten lekker, maar wel wat minder en gaan nog lekker op onze kamer hangen.

Zondag 19 maart

Vandaag begonnen we met het lezen van Richteren 18 en Jozua 19. Laïs = Lesjem. Dit omdat we later op de dag naar Tel Dan zouden gaan. Eerst zijn we naar de Nahal Iyyan gereden, waar één van de bronnen van de Jordaan is. Prachtige gebied met watervallen en klaterende stromen. Heel veel in de bloei. Onze gids vertelde dat er maar 10% van de normale hoeveelheid regen is gevallen in het noorden. Dit park ligt het noordelijkst, precies tussen Syrië en Libanon in. Israel bezit slechts 6-7% van de Hermon, maar wel het meest strategisch. Op een paar plekken geklommen en geklauterd; hoogste verschil is meer dan 1 km.

In de middag naar Tel Dan, waar tot 1967 flink is gevochten. De vijanden van Israel probeerden steeds de bronnen in handen te krijgen, dan zouden ze alle bronnen van de Jordaan in handen hebben en Israel op de knieën kunnen dwingen, maar dat is niet gelukt. Er is ook een Alevitisch dorp dat gesmeekt heeft om bij Israel ingelijfd te mogen worden, maar dat durfde Israel niet aan. De mensen hebben wel allemaal een verblijfsvergunning om in Israel te werken. Tel Dan is nu natuurgebied, maar de oude stad Dan ligt eronder. De tempel met het altaar dat identiek was aan dat van Bethel in Jeruzalem (Rehabeam wilde niet dat mensen van het 10 stammenrijk naar Israel/Jeruzalem gingen) is opgegraven (De contouren van het altaar zijn op ware grootte met staal aangegeven) maar de rest van de stad is met rust gelaten vanwege de natuurwaarde. Na de picknick/lunch zijn we in En Amud (Wadi Amud) gaan lopen, erg indrukwekkende wadi. Veel rotsen, je loopt over het rivierbed. Dit is ook onderdeel van het JNT.

Maandag 20 maart

We verlaten Tiberias kwart voor 8. In de bus lezen we Job 38 waar God zelf aan het woord komt en Zijn grootheid in de schepping beschrijft. Daar hebben we de afgelopen dagen veel van gezien. We spreken het Onze Vader met elkaar uit.

Daarna rijden we naar de berg Arbel waar we de zwarte route lopen: omhoog gewoon wandelpad, maar van boven afdalend al snel klauteren en klimmen met ijzeren hand en voetgrepen/steunen. Niet zonder risico dus, maar adembenemend mooi. Tegen halfelf zijn we allemaal beneden en gaan we eerst ergens koffie drinken tegen de schrikJ Daarna zetten we koers naar Zippora, in de tijd van Jezus een grote stad met veel handel. Gemengde bevolking, Romeins en Joods. Er zijn prachtige mozaïeken gevonden, heel verfijnde huizen die enorme rijkdom verraden. We lopen ook nog een stuk door enorme waterbergingen. Van de Arbel en later ook bij Nazareth prachtige vergezichten. We zien de Emek Yisrael-> de Yisrael vallei. Daar zijn vele veldslagen geweest. Ayalah vertelt over Gideon (de Midianieten kwamen van voorbij Edom om hun kuddes te voeren en in deze vallei alles te plunderen. David en Saul (gebergte van Gilboa en de Gibeonieten) Als laatste gaan we lunchen (Falafel) in Nazareth, een drukke, rommelige en vieze stad, waar het verkeer muurvast zit.

Laat in de middag nemen we -helaas- afscheid van Ayalah en rijden we in één ruk door naar Jeruzalem, waar we in het Jeruzalem Gate hotel inchecken. We moeten gelijk gaan eten, omdat het hotel tjokvol zit en er een bruiloft gaande was. ’s Avonds lekker uitgerust op onze kamer: een douche, een wijntje en dan slapen.

Dinsdag 21 maart

Alweer vroeg in de bus voor opnieuw een volle dag. Al bij het ontbijt zit Ruth van Wijk, onze nieuwe gids, bij ons aan tafel. In de bus lezen we Psalm 121 en Ruth vertelt dat er vier heilige steden in Israel zijn waar de Hassedim (de ultraorthodoxe Joden) graag dicht bij elkaar wonen. Dit omdat we met de bus door Mea Shearim, de orthodoxe wijk van Jeruzalem zullen rijden. Ze maken 1/3 van de bevolking van Jeruzalem uit (dat is landelijk veel minder). De vier heilige steden zijn: Jeruzalem, Hebron (vanwege Machpela waar Abraham en Sara zijn begraven), Tiberias (waar Rabbi Ben Zakkai terecht kwam, nadat in 70 n.C Jeruzalem gevallen was en de mondelinge overlevering van de Thora dreigde te verdwijnen. Hij wist van Vespianus gedaan te krijgen dat hij een school mocht stichten die zich toelegde op het schriftelijk vastleggen van de mondelinge leer. Eerst in Jaffo, maar uiteindelijk in Tiberias) en Safed (vanwege de Kabbala, die daar sterk vertegenwoordigd is).

We rijden naar Wadi Qelt (= de beek Krith, 1 Kon 17, waar Elia 2 jaar moest verblijven). Dit is in de woestijn van Samaria, in het gebied van de stam Benjamin (Gen. 49, Wolf). We gaan naar een woestijnklooster aan de weg van Jeruzalem naar Jericho. In Jer. 13 komt deze beek ook terug, daar onder de naam “de Prath”. Het was de naam van een plaats die toen al bestond. Daar moest Jeremia in de buurt een gordel in een rotsspleet stoppen. De ruïnes van deze plaats zagen we liggen. Na deze wandeling een bliksembezoek aan de Olijfberg. ’s Middags een wandeling gemaakt langs o.a. Orah (Licht), een plaats die al bestond ten tijde van Johannes de Doper. De naam van de plaats verwijst naar de functie: als in Jeruzalem in de tempel de nieuwe maan was vastgesteld, werd er een groot vuur gemaakt wat zichtbaar was voor de omliggende plaatsen. Een aantal vastgestelde plaatsen maakten dan ook een groot vuur, wat dan verderop te zien was, zodat het hele land op de hoogte werd gesteld van de nieuwe maan. Orah was zo’n lichtplaats. We komen langs duidelijke overblijfselen van terrassenbouw en langs En Tamar -> de bron (En) van de palmboom (Tamar). Na de wandeling rijden we naar En Keren om koffie te drinken. In dit plaatsje woonden de ouders van Johannes de Doper en hier kwam Maria ook haar tante Elizabeth bezoeken. Terug bij het hotel gaan we nog snel even shoppen voor de thuisblijvers. Daarna eten en avondsluiting – bijzonder hoe je in 10 dagen naar elkaar toe groeit en het zelfs wat emotioneel is om afscheid te gaan nemen. Bijna vergeten, we zijn ook nog langs gegaan bij het kattenvrouwtje van Jeruzalem. Een Amerikaanse Jodin, Tova Shaul, die zich het lot van de vele straatkatten, in het bijzonder kittens, van Jeruzalem aantrekt. Dag en nacht staat zij klaar en struint de straten af om katten te voeren en vooral te vangen voor medische controle en sterilisatie/castratie om zo de populatie terug te brengen tot een leefbaar niveau. Van het linkeroor van elke poes/kater die behandeld is, wordt een stukje afgeknipt, zodat duidelijk is dat die niet meer behandeld hoeft te worden. Ze vangt veel katten op in haar appartement, plaatst katten bij mensen en heel langzaam maar zeker gaan mensen waarderen wat ze doen. Heel apart in ieder geval.

Woensdag 22 maart

We gaan op tijd op weg, ditmaal in Jeruzalem. We rijden opnieuw door Mea Shearim, blijft bijzonder om daar rond te kijken.

Ons doel van vanmorgen is een project voor ouderen: Yad Lakashish. Hier worden mensen vanaf 65 jaar opgevangen. Ze leren een ambacht (Papier machée, metaal, keramiek en stof bewerken) en maken a.d.h.v. professionele begeleiding de prachtigste dingen, die verkocht worden. Van ’s zondags tot donderdagochtend werken ze en krijgen een warme maaltijd. Dit hele gebeuren zorgt ervoor dat ze niet vereenzamen en de zin in het leven kwijtraken. Ze weten zich juist nuttig en nodig en waren ook blij met ons bezoek, we mochten overal rondkijken en gesprekjes aanknopen. We hebben leuke spulletjes gekocht in hun winkel.

Daarna even koffie gedronken in Jaffa straat, waarna we vast langs Hineni gelopen zijn. Daarna zijn we naar de nieuwe opgravingen geweest waar we het paleis van David hebben bewonderd en via een nauwe gang tot helemaal bij de trappen van de tempel gelopen zijn. Dit waren de trappen die naar boven naar het Tempelplein leidden in de tijd van Jezus(Pelgrimsweg). Je komt dan ook langs een ritueel bad, het badwater van Siloam. Ook een film gezien over hoe een doorsnee Jood van het platteland buiten Jeruzalem (bijv. Galilea), een offer gaat brengen in de Tempel.

We lezen als dagopening Mat 24:32-35. De vijgenboom is Israel. Als we de tekenen van de tijd willen verstaan, moeten we op Israel letten. Gods Woord is en blijft hetzelfde en toont ons wat God van ons vraagt.

Jeruzalem telt +- 800.000 inwoners (10% van de totale bevolking van Israel) en kent de grootstedelijke problematiek voor wat betreft ouderen: armoede, vereenzaming.

In Jeruzalem is er ook een Russische compound, dit gebied is letterlijk eigendom van Rusland. In de vorige eeuwen, toen er vanuit Europa en de VS nog geen enkele belangstelling was, was er al veel “toerisme/bedevaart” vanuit Rusland.

De stad van David stamt vanuit de 10e eeuw v.C. en was oorspronkelijk Jebus. Ligt net buiten de Oude Stad. Abraham heeft de stad Jebus al gezien toen hij Melchizedek ontmoette en zijn tienden gaf. Toen David door de stammen van Israel werd gevraagd koning te worden na de dood van Saul en Jonathan, koos hij doelbewust voor een hoofdstad in een stad die nog van geen enkele stam was. Deze Jebusitische stad werd veroverd via de watertunnels. Over de bouw in die tijd: we lezen dat Hiram veel hout (v.d. Libanon) leverde. Dit was omdat men nog niet de kennis had om stenen bogen/gewelven te maken, dus werd dat met hout gedaan. Men stutte ook veel met hout, omdat dat de schade bij aardbevingen beperkte. Er zijn bij de nieuwe opgravingen kleizegels gevonden van de schrijvers uit de tijd van Jeremia (6e eeuw v.C.) Deze zijn bewaard gebleven omdat de stad in die tijd verwoest is met vuur, waardoor de kleizegels gebakken zijn, dus keihard. De stad van David was niet heel groot, 3,5 hectare (Hazor was bijv. veel groter) Ze lag wat lager en had bergen rondom (verklaart een aantal psalmen) o.a. de berg Moria, waar nu het Tempelplein is. De Gihonbron lag buiten de stad, later zijn daar tunnels naar toe uitgehakt. Veel later groef Hizkia een tunnel die de stad inliep en maakte hij de bron dicht, zodat de Assyriërs, die er aan kwamen, er niets aan hadden en ook de watertoevoer naar de stad niet konden afsluiten – 2 Kron. 18:2, 2 Kron 32:2-8, de voorbereidingen die Hizkia trof.

Bij de Huldapoort (3 bogen, nu dichtgemetseld door de Waqf – de Jordaanse autoriteit over de tempelberg) zijn vele mikwa’s voor de priesters. Men ging via de brede trappen door de Huldapoort naar het tempelplein. En dan weer via een dubbel poort die links van de Huldapoort zat (deze is in de 7e eeuw dichtgemetseld door de Turkse sultan die een binnendoor wilde naar de moskee vanwege de moordaanslagen) als men klaar was in de tempel, vernieuwd en gereinigd. Mensen die in de rouw waren, gingen echter juist door deze poort naar binnen, zodat ze door de tempelverlaters, die al geofferd hadden, werden gezegend.

Tot slot van deze laatste dag krijgen we een rondleiding in het tempelinstituut. Dit is een organisatie die alles heeft voorbereid voor de derde tempel: alle bouwplannen/ schetsen en spullen die nodig zijn voor de tempeldienst zijn gemaakt: zo is men klaar voor de komst van de Messias, die vooraf gaat aan de bouw van de derde tempel. Hierna nemen we afscheid van elkaar – sommige blijven nog in Jeruzalem/Israel, de grootste groep vliegt terug naar Nederland. We lopen nog door de Oude Stad, de smalle straatjes van de Soek en tenslotte via de Jaffastraat naar het hotel. Onderweg nog lekker een broodje falafel.

Hans en Marjo Molengraaf