Pas in de 13e eeuw vestigde Joden zich in Venetië. In 1516 bepaalde het stadsbestuur van de Italiaanse stad dat Joden in het getto moesten wonen. Campo del Ghetto Nuovo is hier nog steeds te vinden, omringd door water. Slechts twee bruggen zorgen voor een verbinding met de rest van de stad. Tot 1797 gingen ’s nachts de hekken op de bruggen dicht en waren de Joden afgesloten van de buitenwereld. De periode tussen 1516 en 1797 was een bloeitijd voor het getto, omdat Joden uit heel Europa er een veilige en aantrekkelijke woonplek vonden.
De eeuwenoude geschiedenis van het Joodse getto van Venetië
Het eerste Joodse getto was in Frankfurt, Duitsland. Maar het Venetiaanse getto was zo uniek in zijn stedelijke vorm dat het het model werd voor alle latere Joodse wijken.
Het woord “getto” is eigenlijk ontstaan in Venetië, van een kopergieterij die hier bestond vóór de komst van de Joden. Die gieterij stond bekend als de ghèto. De Joden werkten al eeuwen in de stad, maar het was de eerste keer dat ze hun eigen wijk”” mochten hebben. De Joden ervoeren zoveel stabiliteit dat ze, twaalf jaar na het ontstaan van hun eigen “wijk, begonnen met het vestigen van hun synagogen en congregaties. Het gebied was echter zo klein dat toen de gemeenschap begon te groeien, de enige ruimte voor uitbreiding omhoog was. Je zou het ‘s werelds eerste verticale stad kunnen noemen.
Dichteres Sara Copio Sullam
Sara Copio Sullam was de dochter van een rijke Sefardische koopman. Op zeer jonge leeftijd werd ze een gepubliceerd dichteres. Ze begon ook een literaire salon, waar ze christenen en Joden ontving.
Deze geweldige vrouw werd vervolgens het zwijgen opgelegd op de meest verschrikkelijke manier: ze werd beschuldigd van het ontkennen van de onsterfelijkheid van de ziel. Dat was een ketters standpunt voor zowel Joden als christenen.
Het enige gepubliceerde boek dat we van haar hebben, is een manifest waarin ze deze beschuldigingen ontkent. Ze had een triest leven. Ze werd beroofd door haar bedienden en sociaal gemarginaliseerd.