De Zesdaagse Oorlog van juni 1967: een belangrijke oorlog in de Joodse historie!
Israël in woord en daad bedreigd door haar buurlanden
Het gebeurt wel vaker dat de kleine Joodse staat Israël door haar buurlanden wordt bedreigd met vernietiging. Echter, de Zesdaagse Oorlog daterend uit juni 1967 was wel van een totaal andere orde. Op 26 mei 1967 verklaarde de Egyptische president Gamal Abdal Nasser namelijk het volgende: ‘’dit wordt een totale oorlog. Ons basisdoel zal de vernietiging van Israël zijn…’’. Kort daarvoor verklaarde Syrische minister van Defensie en eveneens latere president Hafez Assad op 20 mei: ‘’ik, als militair, geloof dat de tijd gekomen is om een uitroeiingsstrijd te beginnen’’.
Vlak na de Egyptische president, verklaarde de president van Irak (Abdur Rahman Aref) op 31 mei: ‘’Het bestaan van Israël is een fout die moet worden rechtgezet. Ons doel is duidelijk: Israël van de kaart vegen.’’ De leider van de Palestijnse Autoriteit Shukairi verklaarde het volgende: ‘’De Joden zullen uit Palestina moeten vertrekken. Wij zullen zorgen voor hun vertrek. Maar ik denk dat geen van hen het zal overleven.’’
Daarnaast was er sprake van een enorme troepenopbouw van het Egyptische leger in de Sinaïwoestijn. Caïro barricadeerde wederom de Straat van Tiran (haven van Eilat) voor de Israëlische scheepvaart. Op 16 mei 1967 claimt de Egyptische president het vertrek van de VN-troepenmacht in de Sinaïwoestijn. De Verenigde Naties luistert hier gelijk naar. De staat Israël wacht niet op de aangekondigde pan-Arabische aanval en vuurt op 5 juni voorbereide aanvallen af op zowel Egypte als Syrië. Buur Jordanië daarentegen wordt nog duidelijk gewaarschuwd door de IDF op de eerste dag van de oorlog, dat ze zich niet moeten bemoeien met het conflict, maar valt tevergeefs aan. Ze gingen er namelijk vanuit dat Israël aan het front met Egypte aan het verliezen was.
Veroveringen Joodse staat op buurlanden in de Zesdaagse Oorlog
Bij de aanvallen tijdens deze Zesdaagse Oorlog werden aan de ene kant op vrij grote schaal Israëlische burgerdoelen in Tel Aviv en Jeruzalem bestookt, en aan de andere kant vocht de Joodse staat dapper terug. Het Jordaanse leger verliest namelijk de controle over de eerdere anti-Israëlische agressieoorlog van 1948 en 49 door (Trans)Jordanië bezette, in 1950 wederrechtelijk geannexeerde en daarna in ‘West Bank’ omgedoopte regio’s Judea en Samaria. In de Zesdaagse Oorlog neemt Israël de regio’s Judea en Samaria (het vaderland van de Joodse cultuur), Oost-Jeruzalem (inclusief de Oude Stad) op Jordanië, de Golanhoogten op Syrië én de Gazastrook en Sinaïwoestijn op Egypte in.
Een aantal Joodse en christelijke heilige plaatsen vallen hierdoor weer onder Israëlisch bestuur en zijn na maar liefst negentien jaar van Jordaanse bezetting wederom voor Joodse en christelijke gelovigen te bezoeken. Onder meer de heiligste plek van de Joden: het Tempelplein en de direct daaraan grenzende Westelijke Muur (Klaagmuur) in Jeruzalem.
Direct nadat er een einde was gekomen aan de oorlog, bevriest Rusland (Moskou) de diplomatieke besprekingen met Israël. Vlak daarna trad Nederland op vrijwillige basis in als de belangenbehartiger in de Sovjet-Unie, waarmee ons land eveneens administratief verantwoordelijk was voor de terugkeer van Sovjet-Joden naar de Joodse staat. Dit maakte dat deze ‘vriendendienst’ uiteindelijk haast een kwart eeuw duurde.
‘’De Tempelberg is in onze handen’’ op 7 juni 1967
Het gebeurde op 7 juni 1967 dat legerrabbijn Shlomo Goren op de sjofar blies bij het plein waarop de Joodse tempels stonden, kort na de inname van het Israëlische leger op Jordanië. Het was de 28e dag van de Joodse kalendermaand Iyyar (jaar 5727), toen Israëlische militairen de vlag planten met de Davidster op de Rotskoepel. Dit was ook de plek waar tot het Hebreeuwse jaar 3830 de Joodse tempel heeft gestaan. De generaal Mordechai Gur riep opgetogen uit over de legerradio: ‘’Har Habayit beYadénoe (De Tempelberg is in onze handen!’’. Nog geen paar uur later echter, was het de Israëlische minister van Defensie (Moshe Dayan), die bevel gaf om de vlag weer weg te halen.
Waarom? Een paar dagen na zijn uitroep gaf de minister de religieuze onafhankelijkheid en het bestuur over Israëls heiligste plaats officieel weer ‘’terug’’ aan het bestuur van de islamieten. Daarnaast kondigde hij het verbod aan voor de Joden om te bidden op de Tempelberg. De minister was namelijk van mening dat het Arabisch-Israëlisch conflict door het weghalen van onenigheid op de Tempelberg ‘’territoriaal’’ kon worden gehouden en ‘’dus’’ feitelijk kon worden opgelost. Hij had hier zeker geen ongelijk in. De van oorsprong Joodse Moshe Dayan had in die tijd te maken met een Midden-Oosten dat werd aangestuurd door wereldse Arabische leiders.
De Zesdaagse Oorlog: de wonderbaarlijke overwinning
De religieuze basis van de oorlog met de Joodse staat van Israël kan enkel worden omschreven als de formele afwijzing van de Joden, aangezien zij volgens de letterlijke verklaring uit de Koran de vijanden zijn van Allah, de islam en moslims. Deze belemmering voor vrede was eigenlijk continu zichtbaar aanwezig, echter werd dit in de wereldse geopolitieke omgeving van dat moment als onontkoombaar gezien.
De oorlog werd exact na zes dagen beëindigd op 10 juni 1967 met een wonderbaarlijke overwinning door Israël! Er werden namelijk allemaal onderdelen van het oorspronkelijke Bijbelse hartland ingenomen; Judea en Samaria, Gaza en de Golanhoogten. Zelfs de hele Sinaï werd opnieuw ingenomen. Aan de kant van Israël vielen er in totaal 679 doden en 2563 gewonden, terwijl er aan Arabische zijde 21.000 doden en 45.000 gewonden zijn gemeld. Het Israëlische grondgebied was dankzij deze oorlog vier keer zo groot geworden!
Het uiteindelijke resultaat van de Zesdaagse Oorlog
Het kleine volk van Israël tegenover zo’n vijandenmacht. En toch won Israël. Syrië, Egypte en Jordanië waren eropuit om het volk van Israël de zee in te ‘’drijven’’, maar Israël werd wederom gezegend met de wonderen van de God van Israël. Hij hielp hen niet alleen de vijanden te verslaan, maar ook de oude Bijbelse gebieden Samaria, Judea, Gaza, de Golanhoogten én Jeruzalem met het oude thuisland in te nemen. Een wonderbaarlijke overwinning dus, die doet denken aan de oorlogen in het Oude Testament. God Zelf streed met en voor Zijn volk!
Pas in de nasleep van de Jom Kippoeroorlog in 1973, sloot Egypte in 1978 vrede met Israël en Jordanië volgde uiteindelijk later in 1994.
Het uiteindelijke resultaat leidde tot de wederopbouw van een kibboets aan de zuidelijke kant van de stad Jeruzalem; genaamd Kfar Etzion. Dit is de eerste Joodse nederzetting die in de oorlog van 1948-1949 door Jordanië werd gereinigd/nieuw is ontstaan in de desbetreffende gebieden die in 1967 door Israël weer opnieuw werden ingenomen.